Samenwerken, samen horen

gravatar

Een verlangen om een bevrijd leven te leiden is een belangrijke drijfveer op het geestelijk pad. Ik heb het dan over een geestelijke bevrijding, een geestelijk vrij zijn van gedachten, ideeën en concepten die op je kunnen drukken. Soms zie je dat wel eens bij heel gelovige mensen, dat ze letterlijk gebukt gaan onder hun geloof. Altijd weer ‘de toorn van God’ die hen bedreigt omdat wij mensen tot niets anders in staat zijn dan het slechte. Dit is een heel helder voorbeeld, een grote inspiratiebron voor veel literaire werken van Wolkers en onlangs nog van de met de Bookerprice geëerde Marieke Lucas Rijneveld. ‘De avond is ongemak’ heet haar boek, waar het ongemak je bij het lezen naar de keel grijpt. Maar ook in minder extreme vormen wordt ons denken bepaald door vastomlijnde opvattingen en je daarvan bevrijden is een goede zaak. De bekende zenmeester Shunryu Suzuki heeft dat de ‘beginnersgeest’ genoemd. Hij zegt: “De geest van de beginner is leeg, vrij van de gewoonten van een deskundige, klaar om te aanvaarden, te twijfelen en open voor alle mogelijkheden. Het is deze geesteshouding waarmee men de dingen kan zien zoals ze zijn..” (Zen Mind, Beginner’s Mind – Introduction). Zen heeft als doel deze beginnersgeest te bevorderen en je te bevrijden van alles wat in de weg zit bij het verkrijgen van deze bevrijde geest. Een zenleraar helpt daarbij. Een leraar voedt het verlangen, zo grijpt hij de leerling vast (niet letterlijk), net zo lang tot de leerling zich los wil rukken, zich wil bevrijden. Want uiteindelijk moet je jezelf bevrijden.

Een mooi voorbeeld uit de natuur is het kuiken in het ei. De volwassen kip houdt het ei warm, zodat het kuiken zich kan ontwikkelen. Het ei wordt uitgebroed. Maar eigenlijk is dit te passief, te lijdzaam, verwoord. Het kuiken wordt steeds actiever en op een dag begint het van binnenuit te tikken op de schaal van het ei. De moederkip hoort dit en pikt van buitenaf. In een gezamenlijke actie van kip en kuiken ontdoet het kuiken zich van de eierschaal en bevrijdt zich. In zen wordt dit voorbeeld uit de natuur gebruikt als metafoor voor de verhouding tussen leerling en leraar. Dat gaat als volgt: Een monnik zei tegen Kyosei: “Ik wil pikken van binnenuit. Kunt u van buitenaf tikken?” Kyosei antwoordde: “Kun je het leven wel of niet bereiken?” “Als ik het leven niet kon bereiken, zou ik een lachertje worden”, antwoordde de monnik. Daarop zei Kyosei: “Ook jij bent een gewone man in het onkruid!”

Wie kan pikken wanneer het tikken begint?‘ is de sleutelzin in het gedichtje dat bovenstaand voorval (in zen noemen we dat een koan) van commentaar voorziet. Met andere woorden van de leraar wordt verwacht dat hij goed oplet, goed luistert, zodat hij op tijd zijn leerling kan helpen bij de bevrijding. Maar van de leerling wordt ook wat verwacht. Hij mag in veilige geborgenheid groeien, maar niet tot in de oneindigheid op zijn plek blijven zitten. Als hij er klaar voor is moet hij gaan ‘tikken’, moet hij laten weten dat hij zich wil bevrijden. Dat dit niet zo maar vanzelf gaat zien we in deze koan. De monnik vraagt: Ik wil er uit, kunt u me helpen? De zenmeester antwoordt: weet je zeker dat je er klaar voor bent? Waarop de monnik wat overmoedig antwoordt: Jazeker, als ik niet klaar zou zijn, zou iedereen me uitlachen! Niet een heel overtuigend antwoord. Als je dingen doet omdat je bang bent dat anderen je uitlachen, ben je niet zo goed bezig. Daarom zet de zenmeester deze monnik stevig op zijn plaats door te zeggen dat deze ook maar een gemiddeld mannetje is. Of de bevrijding hiermee is geslaagd, blijft een vraag. Wat wel duidelijk wordt is dat een geslaagde actie altijd afhankelijk is van zowel de leerling als de leraar. Samen werken zij aan bevrijding, samen horen zij of het zover is.

Gerard Jansen
dinsdag 3 november 2020

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.