Niet altijd zo

gravatar

Vanaf januari heb ik met de zengroep teksten van Shunryu Suzuki gelezen. Teksten uit zijn boekje ‘Niets is zo – De kern van zen’. Suzuki ( 1904 – 1971) kwam in 1959 naar San Francisco in Californië (USA), als zenpriester voor de Japanse gemeenschap aldaar. Maar tot zijn verbazing kwamen er vooral Amerikanen vragen om zen onderricht. Hij antwoordde dan: “Dat is goed, kom morgenochtend maar om zes uur”. Dan troffen ze Suzuki aan terwijl hij zazen beoefende en konden ze mee doen. Zo groeide het aantal leerlingen gestaag en kwam het zelfs zo ver dat Suzuki met hen het eerste zenklooster buiten Japan stichtte: Tassajara. Nog tijdens zijn leven kwam dit tot stand net als een boekje met zijn lezingen (Zen mind, Beginner’s Mind) dat al vanaf dat het eind jaren zestig uitkwam een bestseller is in de zen wereld buiten Japan. Suzuki heeft met andere woorden zen voor ons westerlingen toegankelijk gemaakt. “Zonder hem hadden we hier niet gezeten”, zeg ik dikwijls.

De titel van het boek en het gelijknamige hoofdstuk, in het Engels ‘Not always so’, wijst op mijn menselijke (al te menselijke) neiging om alles vast te willen leggen. In de geest, maar ook op papier. “Zo is het en niet anders!”, is een uitroep bij die neiging. Maar waarom doe ik dat en waarom doe ik dat zo makkelijk? Blijkbaar is twijfel of het uitstellen van een oordeel moeilijk. Niet weten, tasten in het duister, afwachten, mijn mening uitstellen, ik kan het wel, ik heb het door schade en schande geleerd, maar het is niet mijn natuurlijke manier van doen. Het is iets wat ik altijd moet oefenen.

Suzuki zegt hierover: “Jullie zoeken ergens naar. Ik kan jullie niet geven waar jullie naar op zoek zijn, omdat ik zelf niet in iets bepaalds geloof… Als het zitten teveel pijn doet kun je gaan verzitten, maar je hoort zo vastberaden te zijn (dat je dit niet doet). ‘Hoort te zijn’ is een goed voorbeeld. Het moet niet altijd zo. Niet altijd zo. Dat is het geheim van de leer. Het kan zus of zo zijn, maar het is niet altijd zo. Zonder ons door woorden of regels te laten vangen, zonder verstrikt te raken in vooringenomen ideeën, doen we iets en al doende passen we onze leer toe. Star aan iets vasthouden is lui.”

Dit is een mooie aansporing. Het laatste wat ik wil, is lui zijn. Dus ga ik door met oefenen en zeg ik vaak tegen mijzelf “Is dit wel zo?” Dat sluit mooi aan bij een boek van Byron Katie dat ik ooit las over de liefde: “Ik heb je liefde nodig, is dat waar?” Het uitgangspunt van Katie is dat niemand je vrijheid kan geven, je kunt alleen jezelf bevrijden. Door bijvoorbeeld vragen te stellen aan jezelf. In de liefde kan ik mijzelf klem zetten door te stellen dat ik de liefde van mijn partner nodig heb, dat ik er niet buiten kan. Maar is dit werkelijk zo? Is dit waar? Door mij dit af te vragen kan ik ontdekken dat het fijn is om liefde te ontvangen, maar dat ik er niet afhankelijk van ben. Star aan een standpunt vasthouden is lui, maar ook dom, omdat ik mijzelf misgun te ontdekken dat het ook anders kan. Zoals Suzuki zegt: ik hoor vastberaden te zijn om stil te blijven zitten, maar niet altijd. Het is belangrijk om ruimte te scheppen in mijn hoofd, dat het soms niet hoeft. Een mooi voorbeeld uit de praktijk is een leerling die na een periode van afwezigheid bij mij terugkwam om zijn praktijk van zazen weer op te pakken. Alleen hij wilde niet meer op een zwart matje en kussentje zitten; hij had zelf zijn eigen gekleurde kussen en matje gemaakt. Of dat mocht? Waarop ik zei: “Het hoort niet, maar het mag wel.” Het mooie is dat iedereen dit zonder enige uitleg begreep. Het bleef bij deze ene leerling die op zijn eigen gemaakte gekleurde matje en kussentje zat.

Je kunt je door (zelfgemaakte) regels behoorlijk voor de gek laten houden, maar “we beoefenen zazen zoals iemand die op de drempel van de dood staat. Je kunt nergens op vertrouwen, nergens op leunen. Omdat je gaat sterven, wil je niets, zodat je nergens door voor de gek kunt worden gehouden…. De meeste mensen laten zich niet alleen voor de gek houden door iets anders, ze houden ook zichzelf voor de gek, door hun capaciteiten, hun schoonheid, hun zelfvertrouwen of hun zienswijze.”

Suzuki zegt dit tot zijn leerlingen en voegt er aan toe dat het fataal is om jezelf voor de gek te (laten) houden als je zazen beoefent. Dan helpt het niets. Ik onthoud daarom graag dat ene kleine zinnetje en zeg het vaak tegen mij zelf: “Het kan zus of zo zijn, maar het is niet altijd zo.

Gerard Jansen
maandag 12 juli 2021

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.