Met plezier werken

gravatar

Werken in het zweet des aanschijns (Genesis 3:19). Wie niet werkt, zal niet eten. Werken wordt niet vaak gezien als iets prettigs . Sommigen vinden het een straf, anderen een plicht. Maar is het wel zo erg? Velen vinden niet werken minstens zo vervelend. Iets te doen hebben is toch fijner. En dit hoeft niet altijd betaald werk te zijn. Werken is niet hetzelfde als een baan hebben. Werken levert naast een bezigheid vaak een werkkring op: sociale contacten. Als je werkt ben je ‘onder de mensen’. Maar ook dit kan weer een bron van ellende zijn, zeker als mensen elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Sommigen zweren bij een vaste baan, anderen gaan bij het idee al hyperventileren en werken liever wanneer ze er zin in hebben en vooral ook voor zichzelf. Dan kun je het werk doen zoals jij het wilt. Kortom, werken is zowel een bron van vreugde, als een bron van ellende. Een interessant gegeven in ons leven. Hoe hier mee om te gaan?

Zen kan hierbij een rol spelen. Gemoedsrust helpt. Maar zen is ook een poging om meer kwaliteit in je leven te krijgen en te voelen. Dus wat is de kwaliteit van werken, van mijn werk en levert de kwaliteit in mijn werk ook kwaliteit van leven op?

Robert Pirsig schrijft in zijn boek ‘Zen en de kunst van het motoronderhoud’ dat het bij met plezier werken – hij noemt het arbeidsvreugde – uiteindelijk gaat om de juiste manier van leven. Daar bedoelt hij mee: een leven lijden waarbij ik betrokken ben bij wat ik doe, alle dagen van de week. Dit in tegenstelling tot een leven waarbij ik mij als een zombie, gedachteloos en zonder enige vorm van aandacht, van de ene activiteit naar de andere laat slepen. Natuurlijk gaat het hier over uitersten. Ik kan me nooit van minuut tot minuut op alles wat ik doe concentreren, net zo goed als dat het me niet lukt om alleen maar als een zombie door het leven te stappen. Ondanks dat kan ik wel besluiten om met meer aandacht en bewustzijn te leven. Dit noemt Pirsig een kwaliteitsbeslissing. Zo’n beslissing verandert je leven. Pirsig verzucht in zijn boek: ‘We moeten echt terugkeren tot de individuele integriteit, tot het vermogen op eigen krachten te vertrouwen en de ouderwetse arbeidsvreugde.’ Dit ‘moeten’ is geen plicht tegenover de samenleving, ik hoef dit niet te doen voor een ander, maar dit is iets wat ik voor mijzelf moet doen. Pirsig haalt hier het Griekse woord arête aan, wat zoveel betekent als ‘deugd’, ‘voortreffelijkheid’. Individuele integriteit is dan het persoonlijke streven naar het goede, als deugd. Dat levert een omdraaiing in het denken op. Plezier hebben in werken wordt dan een persoonlijke keuze, iets wat ik zelf nastreef. Daarom: maak je werk persoonlijk. Werken gaat over mij, over hoe ik mijn werk doe. In de woorden van Pirsig: ‘Iemand die Kwaliteit waarneemt en het ervaart in zijn werk, is iemand wiens werk hem ter harte gaat. Wanneer iemand gegrepen is door wat hij ziet en doet, kun je er zeker van zijn dat hij bepaalde Kwaliteitskenmerken in zich heeft.’ Alles begint echter met gemoedsrust. ‘De reden hiervoor ligt in het feit dat een onbezwaard gemoed een eerste vereiste is om kwaliteit waar te nemen…, de Kwaliteit die het werk tijdens het arbeidsproces moet begeleiden.’

Gemoedsrust gaat over fysieke rust, mentale rust en rust in de oordelende geest. Het is daarom van belang om het lichaam tot rust te brengen, de geest tot rust te brengen, vaak al een gevolg van lichamelijke rust, en te stoppen met overal wat van te vinden, zeg maar rust in het oordelen. Pirsig beschrijft hier precies de oefening van het zitten in zen (zazen), waarbij de beoefening is: zitten zonder te bewegen, ‘het niet-denken’ denken en de oordelende geest tot rust brengen met het zinnetje ‘ denk noch het goede, noch het kwade’. Gemoedsrust is de basis voor met plezier je werk doen. Je kunt dit ook arbeidsvreugde noemen. Pirsig vindt dit een fijne term, die verwijst naar enthousiasmos in het Grieks, wat zoveel betekent als vervuld van theos (god, goed, kwaliteit). Maar arbeidsvreugde is niet vanzelfsprekend, zoals onlangs weer duidelijk werd door een artikel in De Volkskrant over de arbeidsomstandigheden bij de redactie van ‘De Wereld draait door’. Met hoeveel enthousiasme je als redactielid je werk ook deed, één foutje kon fataal zijn, in die zin dat je de kans liep om helemaal verrot gescholden te worden. Zo verging een ieder alle werkplezier. Met gemoedsrust hield je het misschien wat langer vol, maar uiteindelijk kozen toch veel mensen voor ander werk. Pirsig laat daarom de externe omstandigheden voor wat ze zijn en benoemt vooral wat je zelf kunt doen om te voorkomen dat je zelf je arbeidsvreugde vergalt. Hij maakt hier onderscheid tussen waarde-struikelblokken en waarheids-struikelblokken.

Alleen van jezelf uitgaan, is een oorzaak van waardenstarheid. Het is een star vasthouden aan de eigen waarden. Hier niet in willen bewegen. Jezelf wijs maken dat dingen maar op één manier kunnen, terwijl er in werkelijkheid net zoveel mogelijkheden als mensen zijn. De angst voor verveling is ook een waardestruikelblok. Verveling kan juist nieuwe inzichten opleveren. Ook hier verwijst Pirsig naar Zen. Hij benoemt de oefening van Shikantaza, het ‘alleen maar zitten’, en schrijft: ’Zen heeft ook iets over verveling te zeggen: ‘zomaar zitten’. Wat ligt er midden in deze verveling dat je niet ziet?’

Een waarheidsstruikelblok is dat ik vast zit in de ja-nee logica. Dat ik niet zie dat er meer is dan bevestigen of ontkennen. Maar er is een derde mogelijkheid: ja en nee zijn gelijk. Het Japanse mu. Voorbij ja of nee gaan. Zoals in de koan waarbij aan meester Joshu wordt gevraagd of een hond ook Boeddhanatuur heeft. Hierop zegt Joshu: “Mu”. Noch ja, noch nee.  Mu zegt dat het antwoord verder reikt dan de hypothese. Bijvoorbeeld de mogelijkheid dat de hond geen Boeddhanatuur heeft, maar Boeddhanatuur is. In de natuur zoals die is, is er geen enkel onderscheid. Met mu wordt de onderscheid makende geest tot rust gebracht.

Arbeidsvreugde maakt dat ik kwaliteit kan leveren in mijn werk en wanneer ik kwaliteit kan leveren in mijn werk levert dat weer ‘kwaliteit van leven’ op. En ‘kwaliteit van leven’ is niet iets waar ik pas over na moet gaan denken als ik al bijna dood ben. Dus: doe het nu! Werk dagelijks aan gemoedsrust en bevrijd je van beperkende gedachten die het met plezier werken in de weg zitten.

Gerard Jansen
donderdag 1 december 2022

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.