In volle bloei

gravatar

Bij het verlaten van de zendo, voordat ik de trap af ga, kijken drie vrolijke dikkerds mij lachend aan. Wie zijn zij? Zij zijn de verbeelding van Bu-dai (Chinees) of Hotei (Japans), in de volksmond ook wel de lachende Boeddha genoemd.  De middelste en de mooiste van de drie beeldjes kreeg ik naar aanleiding van een bijzondere gelegenheid. Ik nam afscheid van het bestuur van de Stichting Jeugdwerk Bunnik (SJB).

Voordat ik in 1996 naar Culemborg kwam, woonde ik met mijn gezin in Odijk, onder de rook van Utrecht. Op een dag viel mijn oog op een kleine advertentie in het lokale krantje.  De SJB was op zoek naar bestuursleden. Met een drang om iets te doen voor de gemeenschap en een grote interesse in het werk met jongeren besloot ik te reageren en zo kwam ik in gesprek met Frans, de enige beroepskracht die de Stichting rijk was. Het klikte tussen ons en ik was aangenomen. De bestuurlijke nood was ook hoog, want er bleken helemaal geen andere bestuursleden te zijn. En al snel bleek bovendien dat ik de enige kandidaat was, die had gereageerd. Zo kwam het dat ik uiteindelijk in mijn eentje ‘het bestuur’ van de Stichting Jongerenwerk Bunnik/Odijk vormde. Dat had zo zijn voordelen. Daar waar veel besturen ten onder gaan in oeverloos gepraat en gekonkel, was dit bestuur buitengewoon slagvaardig. Maandelijks bereidde Frans onze vergadering uitstekend voor en zo was het voor mij heel duidelijk waar ik al dan niet mee instemde. In de praktijk bleken we een gouden duo en het jongerenwerk bloeide op. Achteraf besef ik me hoeveel geluk ik heb gehad dat Frans niets is overkomen, want dan had ik als enige bestuurslid een groot probleem gehad.  We waren samen dan wel succesvol, maar ook erg kwetsbaar. Dat beseften we ons toen ik besloot om naar Culemborg te verhuizen. Ik kon niet vertrekken bij het SJB voordat er een voltallig bestuur was. Toen dit uiteindelijk lukte woonde ik al lang en breed in Culemborg. Hier hadden we onze afscheidsbijeenkomst, waar ik werd gefêteerd met veel cadeaus, waaronder een prachtig beeldje van Bu-dai. Dit geschenk verraste me totaal. Nooit hadden we het over China, boeddhisme of taoïsme gehad en dan toch dit cadeau, zo precies in de roos! Frans had me blijkbaar goed leren kennen, want zijn verklaring was dat hij vond dat dit beeldje bij mij paste. Ik voelde me zeer gevleid.

Pas veel later, toen ik al jaren zazen beoefende, leerde ik hoe zeer Frans het bij het rechte eind had. In een boekje van Nico Tydeman met de titel ‘Het temmen van de os’ kwam ik Bu-dai weer tegen. Daar leerde ik “Bu-dai is een belichaming van Maitreya (de Boeddha die aan het einde der tijden naar de wereld komt om alle mensen te redden die niet in de gelegenheid waren de leer van Shakyamunni Boeddha te vernemen). Hij stoorde zich niet aan het conventionele beeld van het boeddhisme, noch aan de historische voorbeelden van de grote boeddhistische leraren. Zen is niet doen wat anderen al doen of hebben gedaan. Zen is je eigen weg gaan en datgene doen wat alleen jij kunt doen.” blz.70.

En dat is precies wat ik met zen nastreef. Dit is zen in actie. Naast zitten op een kussentje (zazen) is zen ook doen. Niet iets bijzonders doen, maar gewoon elke keer doen wat op dat moment nodig is, met helpende handen. Een helpen zonder enig idee van helpen. Deze helpende handen zijn ‘leeg’. Er wordt niets gegeven en er wordt niets teruggevraagd.

Zo probeer ik Bu-dai te belichamen. “Wie hem ontmoet verandert in een Boeddha. Een ontbladerde boom die hij aanraakt, staat terstond in volle bloei” blz 69’Het temmen van de os’.

 

Gerard Jansen
zaterdag 21 oktober 2017

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.