Geloven en vertrouwen

gravatar

Ik geloof niet meer zo veel. Ik ben min of meer opgehouden met geloven. Maar waar heb ik het dan over? We spreken immers over iemand geloven en iets geloven. Iemand geloven is wat mij betreft iemand vertrouwen. Of iemand precies de waarheid vertelt vind ik niet zo belangrijk. Waarheid is immers geen objectief gegeven. Er zijn net zo veel waarheden als dat er mensen zijn. Daarom vind ik het belangrijker om over ‘vertrouwen’ te praten. Vertrouwen is gebaseerd op ervaring. Vertrouwen kun je in elkaar uit spreken.

Vertrouwen hebben in iets is echter weer wat anders. Hier zou je het onderscheid tussen ‘klein vertrouwen’ en ‘groot vertrouwen’ kunnen maken. Klein vertrouwen is altijd een afweging: alles overziend en overwegend denk ik dat ik het wel kan vertrouwen. Op dit moment. Want het is altijd een momentopname. Hier speelt de rationaliteit een grote rol. Het is dan ook verstandig om zoiets te doen in het dagelijks leven. Deze vorm van vertrouwen speelt nu tijdens de coronacrisis een belangrijke rol. Vertrouw ik op de maatregelen die de regering neemt? Vooralsnog maakt het op mij een betrouwbare indruk en houd ik me aan de regels.

Groot vertrouwen is echter van een heel andere orde. In de kerk zullen ze dit wellicht geloven noemen, maar ik blijf bij mijn voorkeur voor het woord ‘vertrouwen’. In de eerste plaats gaat het hier niet over vertrouwen is iets of iemand. Ten tweede gaat het niet over een moment of een andere vorm van tijd. Ten derde is er geen sprake van een afweging, van rationaliteit; het is niet verstandig of onverstandig. En ten vierde is er de ervaring van Groot Vertrouwen: vertrouwen, voorbij ieder idee, iedere opvatting over vertrouwen. Ik zie het als een soort van overgave van de rationaliteit aan het vertrouwen.

Zelf heb ik dit ervaren in de tijd dat mijn echtgenote overleed en nog geen jaar later mijn vader. Mijn leven was moeizaam en vol leed. Ik voelde me als Job op de mestvaalt, alsof God en de Duivel een spelletje met me speelden. Ik was terneergeslagen, moe en boos.  Maar ondanks dat voelde ik een levenskracht in me, die ik uit de omstandigheden niet kon verklaren. Ik gaf me over aan de omstandigheden van dat moment, maar ik voelde ook een groot vertrouwen. Hoewel ik moet bekennen dat mijn vertrouwen wel geschaad was op dat moment. Maar ondanks dat had ik vertrouwen in het gegeven dat het allemaal weer anders, beter zou worden. Mijn voornemen op dat moment was: ‘ik laat me mijn leven niet uit mijn handen slaan!’ Om dat te onderstrepen draaide ik vaak het nummer ‘I won’t back down’ in de uitvoering van Johnny Cash. En er was een groot, onberedeneerd, nergens op gebaseerd vertrouwen.

En wat heeft dit alles met zen te maken? Niet zo veel en tegelijkertijd: alles. Groot vertrouwen kleeft aan mij, daar had ik geen zen voor nodig. Wat zen mij wel heeft duidelijk gemaakt is dat ik het had: groot vertrouwen. Ik had zen nodig om mij dit basale gevoel te beseffen en onder woorden te brengen. Door zen het ik (mij) groot vertrouwen gerealiseerd.

Gerard Jansen
donderdag 26 maart 2020

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.