Dankbaarheid en waardering

gravatar

Het was in de De Wereld Draait Door dat de grote tentoonstelling over Suriname in de Nieuwe Kerk in Amsterdam werd besproken. Over Suriname spreken zonder het te hebben over het slavernijverleden van dit land als kolonie van Nederland is onmogelijk. Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kwam er een einde aan een groot onrecht. Tot slaaf gemaakte mensen werden nauwelijks gezien als mens; deze blindheid maakte het mogelijk om ze als slaaf te bezitten. Over karma gesproken, de gevolgen van dit onrecht zijn nog altijd gaande. Daarom is het ook goed dat deze tentoonstelling er is en heel goed wordt bezocht. Maar wat mij vooral van het gesprek in de De Wereld Draait Door is bijgebleven, is het woordje ‘dankbaar’. Dit ‘dankbaar’ werd met grote afschuw uitgesproken toen het over de afschaffing van de slavernij ging. De blanke slaveneigenaren, die een vergoeding kregen voor de geleden schade, vonden toch vooral dat de bevrijde slaven dankbaar moesten zijn voor dit grootse gebaar. De terechte verontwaardiging hierover raakte me recht in het hart. Ik realiseerde me meteen waarom ik zo’n hekel heb aan ‘dankbaar zijn’.

Dankbaar zijn, dankbaarheid veronderstelt hier impliciet dat je iemand iets verschuldigd bent. Iemand hoefde het niet te doen, maar je kreeg het toch. En nu moet je dankbaar zijn. Als vroeger mijn moeder deze redenering hanteerde, kon ik in grote woede ontsteken. “Dan had je het niet moeten geven!”, kon ik haar toebijten. Geven is GEVEN! Je gunt iemand iets zonder er wat voor terug te verwachten. Geven is geen ruilhandel!  Maar dit wil niet zeggen dat ik het gevoel van dankbaarheid niet ken. Integendeel, als ik over mijn leven nadenk dan ben ik blij en dankbaar dat ik zonder al te grote problemen zevenenzestig ben geworden, dat ik nog steeds gezond ben, dat ik weer gelukkig getrouwd ben, dat ik in Nederland woon, dat ik AOW en pensioen heb, dat ik… Kortom, er is heel veel om dankbaar voor te zijn. Maar ik hoef er niet iemand dankbaar voor te zijn. Ik kan in alle vrijheid dankbaar zijn. En zo hoort het ook, wat mij betreft.

Wat hier mooi bij aansluit is het motto van zenmeester Maezumi Roshi: “Waardeer je leven!”  Wat hij wil benadrukken is dat je met je leven iets moois in handen hebt. Kijk daar naar, waardeer het en ga er zorgvuldig mee om! Je leven heeft zoveel te bieden. Mooie dingen èn nare dingen. Als we de Bodhisattvagelofte reciteren, is daar de zin ‘Hoe talloos de dharma’s ook zijn, ik beloof ze allen te verstaan.” Hiermee bedoelen we dat wat mij ook overkomt, ik altijd bereid ben dit onder ogen te zien en er van te leren. Zo leer ik mijn leven te waarderen, want deze waardering komt niet vanzelf. Als dat zo zou zijn dan was er geen aansporing van Maezumi Roshi nodig. De waardering en de dankbaarheid komen heel geleidelijk, als ik daarvoor moeite wil doen. Als ik blijf hangen in verongelijktheid over dat het leven mij niet bracht wat ik er van verwachtte dan is er alleen maar sprake van teleurstelling, boosheid en verzuring. Met als resultaat de wens dat mijn leven maar zo kort mogelijk mag duren en vervolgens vaak ‘de straf’ dat mijn leven maar niet op wil houden. Een goede manier om mijn leven zo zwaar mogelijk te maken. Iets waar ik niet zo goed in ben. Vandaar dat mijn leven waarderen voor mij een betere weg is. Ik wil met zen mijn leven juist lichter maken. ‘Waardeer je leven!’ is hierbij een goede aansporing. In toenemende mate ga ik zien dat mijn leven een heel mooi cadeau is. Een cadeau waar ik elke dag iets meer van geniet. Wat er ook gebeurd. Op een dag zal het cadeau op zijn, uitgewerkt. En zijn er wel meer zaken die bij dit cadeau horen en niet meteen in de smaak vallen. Ouderdom, ziekte en dood zijn allemaal inherent aan leven. Maar daar staan levenslust, je jong voelen en gezondheid tegenover. Waardeer je leven, het is tijdelijk en voor je er erg in hebt is het voorbij.

Gerard Jansen
donderdag 27 februari 2020

Plaats een reactie:

Je e-mailadres zal niet zichtbaar gepubliceerd worden.

Verplichte velden zijn gemarkeerd met een sterretje*.